U bent hier
Ruimtelijk Beleidsplan Oost-Vlaanderen vindt geen draagvlak bij burgemeesters. Terug naar de tekentafel.

Op 22 maart van dit jaar keurde de Oost-Vlaamse provincieraad een ontwerp van beleidsplan goed. Dat plan moet richting geven aan de invulling van de ruimte in Oost-Vlaanderen de komende decennia. Uit het openbaar onderzoek dat momenteel loopt, blijkt dat er echter geen draagvlak te vinden is bij heel wat burgemeesters. Zonder dat draagvlak, moet het beleidsplan sowieso terug naar de tekentafel, zo stelt bevoegd gedeputeerde An Vervliet.
Landbouw, wonen, werken, ontspannen, ondernemen… Al die activiteiten een goeie plek bieden binnen de beperkte Oost-Vlaamse ruimte, is geen eenvoudige opdracht. Om die puzzel op een goeie manier te leggen, werkt de provincie Oost-Vlaanderen – net als de andere Vlaamse provincies – aan een ruimtelijk beleidsplan richting 2050.
An Vervliet, gedeputeerde bevoegd voor Ruimtelijke Planning: “We hebben reeds een lang traject achter de rug met vele overleggen, studierondes, tekenen en plannen. Maar uiteindelijk staat of valt zo’n plan met de toetsing aan de realiteit. Plannen zijn nodig, maar finaal moet het ook praktisch haalbaar zijn. Het is net daarom dat we ook een ruime inspraak organiseren.”
Uit die inspraak blijkt alvast dat het beleidsplan op weinig instemming kan rekenen bij heel wat Oost-Vlaamse burgemeesters, en dat is nog zacht uitgedrukt.
Joris Nachtergaele, burgemeester Maarkedal: “De consequenties van dit beleidsplan gaan veel te ver. Het spreekt voor zich dat ook ik gewonnen ben voor de bescherming van de open ruimte en van ons landschap. Maar we mogen van de Vlaamse Ardennen geen reservaat maken waarin mensen niet meer kunnen wonen. Als dit plan effectief wordt doorgevoerd, zou dat echter wel het resultaat zijn. Ik verwacht dan ook dat de deputatie haar verantwoordelijkheid neemt en dit beleidsplan een halt toe te roept.”
Gedeputeerde An Vervliet wil alvast gehoor geven aan de oproep van de burgemeesters.
An Vervliet: “Ik vind dat wij als provinciebestuur geen inspraak moeten organiseren voor de show. Als ik signalen krijg uit het veld – en onze burgemeesters staan tenslotte echt in dat veld – dat dit plan in de praktijk effectief dit tot resultaat zou hebben, dan is het voor mij duidelijk dat we hiermee zo niet verder kunnen en dat men dus zal terugkeren naar de tekentafel om een werkstuk af te leveren dat wél op draagvlak kan rekenen.”
Het openbaar onderzoek op het beleidsplan loopt nog tot 19 juli. Het is finaal aan de provincieraad om een eindoordeel te vellen over de tekst.